Esneux ligt aan voeten van King Arthur

Esneux ligt aan voeten van King Arthur

Gerestaureerd kasteel Ad Paes uitvalsbasis Ghanese zakendoen

Zijn leven lijkt een heus sprookje. Studeren was niet aan hem besteed, keihard werken des te meer. Van jongs af aan was hij gedreven en deed alles op gevoel. Met succes. Zijn aanpak leverde hem een vermogen op. Alles wat vastgoedmiljonair Ad Paes in handen neemt, lijkt in goud te veranderen. De geboren en getogen Sittardenaar werd in Afrika zelfs tot koning gekroond. En binnenkort neemt deze 49-jarige Limburger zijn intrek in een van de allermooiste kastelen van België, waar hij straks Afrikaanse hoogwaardigheidsbekleders en Europese politici en zakenlui met elkaar in contact wil brengen. Daar, in Château Le Fy, zochten we ‘King Arthur’ op. 

Door Bennie Ceulen | Foto’s Tonny Strouken 

Het is deze zonovergoten oktoberdag opvallend rustig in Esneux. Er is geen toerist meer te bespeuren in het Ardennenstadje. Esneux ligt in een dal, waar het riviertje de Ourthe doorheen slingert. Bovenop een heuvel aan de rand van de Waalse buurgemeente van Tilff torent een monumentaal kasteel parmantig boven de omgeving uit: Château Le Fy, dé plaatselijke trots. De Nederlandse eigenaar wordt er op handen gedragen omdat hij het verwoeste kasteel in zijn oude glorie heeft hersteld.
Enkele jaren geleden was het nog een ruïne. Totdat de Limburgse makelaar Boon het 5,5 ha omvattende landgoed in de verkoop deed en het op een dag bij de puissant rijke kastelenliefhebber Ad Paes aanprees. Die werd op slag verliefd op het 25 jaar geleden afgebrande château, waarvan alleen nog de muren overeind stonden, en stortte zich vol overgave op het Waalse avontuur.

‘Het was één grote puinhoop. Het kasteel was niet alleen afgebrand, maar ook helemaal leeggeplunderd. Ik ben inderdaad gecharmeerd van kastelen, maar ik had het ook gekocht als het een boerderij geweest was. Ik rijd hier zelfs op de tractor rond en ben niet te beroerd om het gras te maaien. Daarom vind ik het ook flauwekul dat ze me kasteelheer noemen’, vertelt Ad Paes terwijl hij door het schitterende park wandelt, waarin diverse terrassen, een enorme vijver en imponerende tuinbeelden voor een aparte sfeer zorgen. Paes heeft er zelfs een helihaven laten aanleggen, zodat hij er met zijn privéhelikopter kan landen.
‘Alleen al de natuur, de ligging en het uitzicht over deze prachtige omgeving zijn uitzonderlijk. Een indrukwekkend panorama. Ik zag meteen de geweldige mogelijkheden die dit kasteel te bieden heeft, ook al besefte ik dat de renovatie een gigantische en heel veel geld kostende klus zou worden. Dus ben ik er meteen voor gegaan.’
Bedragen wil hij niet noemen, maar het hele project heeft ongetwijfeld de nodige miljoenen euro’s gekost. En dat betaalt hij uit eigen middelen, vertelt Paes. Het monumentale kasteel is nog vrij jong. ‘Het werd ruim honderd jaar geleden gebouwd als een soort tempel, met alle facetten van de vrijmetselarij’.

Het château, met heuse toren, ligt er schitterend en als nieuw bij. De eindfase van de ruim twee jaren durende verbouwing is in volle gang. Binnen zijn allerlei vaklui druk in de weer met de afwerking. Een rondleiding is inmiddels een routineklus voor monsieur Paes geworden. Enkele dagen voordien bezochten 2500 mensen uit de omgeving tijdens een open dag het landgoed. ‘De interesse voor dit kasteel is enorm. Ik heb zelfs al een aantal Belgische ministers over de vloer gehad. Een afbeelding van Château Le Fy prijkt nu op de enveloppen en briefpapier van de Waalse regering. Prachtig, toch?’

Alle elementen, van oude eiken parketvloeren tot originele natuurstenen vensterbanken, open haardpartijen en kroonluchters toe, heeft hij persoonlijk op antiekmarkten, bij verkopen of antiquairs gekocht. ‘Ik doe alles op gevoel. Bij de hele verbouwing en inrichting is er geen architect aan te pas gekomen. Ik zeg wel hoe ik het hebben wil. En dat is voor de vaklui altijd duidelijk’.

Château Le Fy telt liefst vijfendertig kamers, verdeeld over zeven verdiepingen, met alles erop en eraan, inclusief een privé-café, restaurantkeuken en wijnbar. ‘En een verdieping wordt ingericht als Ghana-museum’, merkt hij enthousiast op.
De opvallend gedreven Limburgse mijnwerkerszoon heeft het zo te zien ver geschopt. Zijn opmerkelijke levensloop werd al vaker onder de aandacht gebracht. ‘Ik ben op heel jonge leeftijd begonnen met geld verdienen. Toen ik acht was trok ik met bloemen langs de deuren. Op mijn vijftiende verkocht ik mijn eerste auto, terwijl ik nog geen rijbewijs had. En als zeventienjarige kocht ik mijn eerste huis. Kort daarna begon ik een autohandel, baatte een juweliersbedrijf uit en handelde in Perzische tapijten. Van daaruit startte ik een vastgoedbedrijf. Op twintigjarige leeftijd bezat ik diverse winkelpanden’, vertelt wonderboy Ad Paes. Zijn successtory zet hij al vele jaren voort vanuit zijn bedrijf Paes Vastgoed aan het Vrijthof in Maastricht, waar hij nog een tiental andere bedrijven dirigeert. ‘Zelfs nu ik in Esneux woon is dat geen probleem. Met de auto ben ik binnen een twintigtal minuten in Maastricht. Ik doe zaken in verschillende landen: Nederland, België, Duitsland, Dubai, Amerika en Afrika. Ik ben vooral bezig met het opzetten van bedrijven en hotels. Zo heb ik in Accra, de hoofdstad van Ghana, het African Royal Beach Hotel gebouwd. Ik heb er honderdvijfendertig mensen in dienst. En in Maasmechelen ben ik een vijfsterrenhotel aan het bouwen, Château Maasmechelen, met vijftig kamers, een restaurant, bruin café en een casino. In het voorjaar wordt het geopend’.

Rond die tijd nemen Ad Paes en zijn vrouw Miriam hun intrek in het kasteel van Esneux. Tot zolang wonen ze in de naastgelegen poortwachterswoning, die als gastenverblijf gaat dienen. Het is de bedoeling dat begin volgend jaar ook Château Le Fy geopend wordt. En dat zal beslist niet onopgemerkt voorbijgaan. De feestelijke opening zal verricht worden door de zoon van de president van Ghana. En dat komt niet zomaar uit de lucht vallen. Ad Paes is immers al geruime tijd koning van het Ghanese koninkrijk Somey, waar hij de scepter zwaait over een land met 320.000 inwoners. Dat heeft hij voornamelijk te danken aan koning Bansah van het Ghanese Hohoe, waarmee hij vele jaren geleden hecht bevriend raakte. Bansah stelde de Limburgse projectontwikkelaar op diens Afrikaanse reizen aan de meest invloedrijke mensen van Ghana voor. ‘Toen de koning van Somey overleed, vroegen ze mij of ik diens opvolger wou worden. Ik heb er een poos over moeten nadenken, want koning ben je voor het leven. Ze zochten iemand die een brug kon slaan tussen hen en de westerse wereld door er bijvoorbeeld zakenmensen heen te halen die daar willen investeren. Dat is mij wel op het lijf geschreven’.

Op veertien juli 2001 werd Paes tijdens een drie dagen durende plechtigheid tot koning van Somey gekroond. Sindsdien gaat de excentrieke Limburger als Togbui (koning) Ngoriyfia (de hoogste) Kofi (vrijdag, zijn geboortedag) Arthur Paes Dunenyo 1 door het leven. Zijn officiële troon krijgt binnenkort een prominente plaats in Château Le Fy. Maandelijks vliegt de Nederlandse weldoener voor geruime tijd naar Ghana om er zijn koninklijke honneurs waar te nemen en aan nieuwe projecten te werken. Zo realiseerde hij er een school, een ziekenhuis, een hotel, een computeronderneming, een landbouwproject en een containerbedrijf. Maar hij stuurde ook containers vol fietsen naar zijn geliefde land.

Onlangs was king Arthur Paes nog opgenomen in de begeleidingsstaf van de president van Ghana bij diens staatsbezoek aan Nederland. Daarbij ontmoette hij ook koningin Beatrix. Zijn prachtig gerestaureerde kasteel in Esneux moet vanaf volgend jaar een soort uitvalsbasis worden voor het Ghanese zakendoen. ‘Château Le Fy zet ik dan in voor politieke missies en het opzetten van nieuwe projecten in Ghana. Dat gebeurt in samenwerking met de ambassades van Nederland en België en de plaatselijke overheden. Dit kasteel wordt als het ware een visitekaartje van Ghana. Dat verdient dit land met ongekende mogelijkheden gewoon. Ghana is zesenhalve keer zo groot als Nederland en heeft twintig miljoen inwoners. Er is heel veel ruimte en Ghana is heel interessant om er voor weinig geld nieuwe bedrijven op te zetten. Bovendien zijn de arbeidslonen heel laag. Dus erg aantrekkelijk om er te investeren. Vooral dat probeer ik duidelijk te maken en te stimuleren. Zo tracht ik mijn steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van dat Afrikaanse land. Je kunt wel veel praten, maar je moet het wél doen’.