Pure ellende in Roemeense kindertehuizen/Pure misery in Romanian children's homes

19 January 1990

Pure ellende in Roemeense kindertehuizen Door Carine Neefjes correspondent in Den Haag

De zeven dagen die Zef Hendriks in Roemenië doorbracht, vormen voor hem de meest bewogen week van zn leven. De directeur van de Nederlandse adoptie-organisatie Wereldkinderen bezocht er tehuizen waar kleine kinderen wonen. „Ik heb nog nooit zo iets treurigs gezien. Magere, ongezonde kindertjes die nauwelijks speelgoed hebben. Alleen een geel, plastic eendje, dat boven de gammele bedjes hangt. Als het kind zn armpjes uitstrekt, kan het met het beestje spelen".

Hendriks is geschrokken van de situatie in Roemenië. Toen hij vorige week vertrok, was hij tamelijk onverschillig. Gewoon een zakenreisje, dacht hij. Even kijken of Nederlanders ook Roemeentjes kunnen adopteren.

Zo veel ellende bij elkaar, had Hendriks niet verwacht. „Ik ben in vier kindertehuizen in Boekarest geweest. Vreselijk. Kinderen liggen in ijzeren, gespijlde bedden. Het lijkt net alsof ze achter tralies zitten. Matrassen zijn kapot, dekens en lakens zitten vol gaten. Overal ruikt het naar urine. De luiers zijn flinterdun en nemen het vocht niet op. En er is geen zuster die het kind kan verschonen".

„Het ergste is dat kinderen niet kunnen spelen. En dat is juist zo belangrijk voor een kind. Als het niet speelt, zal het later nooit goed terechtkomen. Een kind heeft stimulans nodig. Vergelijk de situatie met een jongere die niet naar school gaat, of een volwassene die nooit werkt: die belanden vroeg of laat ook in de goot".

Om te spelen, hebben kinderen niet per se auto s of poppen nodig. Wel de aandacht van vader, moeder of verpleger. „En die krijgen ze ook niet. In de kindertehuizen is er een tekort aan personeel. De verzorger heeft geen tijd om, desnoods met drie paar schoenen, een spelletje te doen".

De directeur van Wereldkinderen zegt dat zijn gemoedstoestand binnen een week totaal is veranderd: „Ik ben heel veel gewend, want ik ben in veel 'ramplanden' geweest. In Etiopië was de toestand ook verschrikkelijk. Maar toen was ik erop voorbereid. Daar verwachtte ik ondervoede en zieke kindertjes. Ik dacht dat de situatie in Roemenië beter zou zijn dan in een Derde-Wereldland. Daar heb ik me echter flink in vergist. De Tweede en Derde Wereld zijn er even slecht aan toe".

Zef Hendriks: ..Flink vergist in Roemeense situatie". GPD

D