'Veel kinderen vinden nooit de weg naar huis terug'

27 February 2009

'Veel kinderen vinden nooit de weg naar huis terug'

door Geert van der Star. vrijdag 27 februari 2009 | 03:40

Tekstgrootte

SINT-MICHIELSGESTEL - "Een vluchtelingenstroom is een bron van wandelende chaos. Duizenden mensen die achter elkaar door en langs elkaar heen sjokken, elkaar opzij duwen, zo snel mogelijk weg willen van de verschrikkingen achter hen.

Een moeder of vader die een zoon of dochter uit het oog verliest, is hem of haar kwijt. Het kind wordt opgeslokt en meegesleept door de vluchtelingenstroom. Het sluit zich aan bij het enorme leger van wezen. Dat zijn geen incidenten: iedere dag weer raken tientallen kinderen in Congo hun ouders op die manier kwijt."

Aan het woord is Maarten Brekelmans, voorzitter van de World Initiative for Orphans, een organisatie die hij vier jaar geleden, vanuit zijn toenmalige woonplaats Sint-Michielsgestel, opzette.

"Het was bittere noodzaak, dat iemand zich voor deze kinderen in ging zetten", stelt Brekelmans. "Je hebt natuurlijk wel veel hulporganisaties die zich met kinderen bezighouden, maar het weeskinderenprobleem, bleef altijd onderbelicht." Hij noemt als voorbeeld de manier waarop de politie in veel landen omgaat met straatkinderen. "Agenten zien kinderen op straat hangen en brengen ze naar een weeshuis of ziekenhuis veertig kilometer verderop, als ze ze niet gewoon verjagen. Er wordt niet gekeken of de ouders van het kind misschien nog leven. Er wordt niet gekeken of ze niet bij familieleden terecht kunnen. Er zijn geen plannen, geen internationale standaarden om met deze kinderen om te gaan."

Voor ouders is een zoektocht vaak hopeloos, stelt hij. "Je moet beseffen hoe primitief de communicatie vaak is. Er zijn geen databases waar gevonden kinderen worden geregistreerd. En je moet lopen om te gaan zoeken. Veel kinderen vinden nooit de weg naar huis terug."

Het is lastig het probleem wereldwijd op de kaart te zetten. "Er is veel onwil bij landen, om deze problematiek aan te pakken. Neem China bijvoorbeeld", stelt Brekelmans. "De eenkindspolitiek zorgt jaarlijks voor vele 'illegale' kinderen. Als ze te vondeling worden gelegd, komen ze wel in een weeshuis terecht. Maar het zoeken van de ouders, om ze daar te laten opgroeien - het eerste en belangrijkste kinderrecht - dat wil dat land niet naleven."

De Verenigde Naties, die de organisatie wel erkende, kon daarom niet worden bewogen ook daadwerkelijk een resolutie aan te nemen om medewerking af te dwingen. Te veel landen zouden zo'n resolutie als een bedreiging zien. "Daarom zijn we landen afzonderlijk aan gaan schrijven. Wij, een handjevol Nederlanders."

Het moet bij landen gaan doordringen dat ze een probleem hebben, vindt hij. "In deelnemende landen willen we eerst zorgen voor onderzoek en scholing. In al dit soort landen moeten academies worden opgericht, waar dit probleem wordt bestudeerd, waar de notabelen uit een land informatie krijgen en waar nieuwe oplossingen worden uitgedacht." Tevens wil WIO 'voorbeeldlocaties' gaan oprichten. "Daar beginnen we mee in Congo. Het dorp dat we daar bouwen, moet aantonen dat onze methode werkt."

Tot nog toe heeft hij zo'n acht landen contractueel weten te bewegen om mee te gaan werken. Leeft daar het probleem dan wel? "Bij sommige naties wel. Maar er zullen best landen zijn, waar de gedachte is; laat het geld maar komen, zet het maar op, zonder dat er echt de wil is, iets te veranderen. Maar vrijblijvend is het niet. Als die onderzoeksinstituten er eenmaal zijn, krijgen de machthebbers via scholing ook steeds meer dit probleem op het netvlies, dat hopen we althans te bereiken." Voor geld richt hij zich niet op inzamelingsacties. "Er zijn al genoeg organisaties die deur aan deur gaan collecteren. Wij moeten ons gewoon een keer bewijzen." Het geld is er namelijk wel, stelt hij.

.