Oeganda - adoption exploitation

                In het Iganga-district geven we aan 5.500 kinderen voorlichting over hun rechten. Ook bieden we onderwijs en juridische bijstand aan kinderen met HIV/aids en hun families.                

Het verhaal van Peter
Nog net kind en dan al weg bij zijn moeder. Peter is slechts 16 maanden oud als zijn vader hem komt opeisen voor familiebezoek. Twee weken zou hij wegblijven, maar hij komt niet terug. Als zijn moeder naar hem vraagt, zegt de vader dat Peter voortaan bij zijn tante woont. Niet veel later overlijdt de vader. Weer probeert zijn moeder Peter terug naar huis te halen, zonder succes. De tante houdt haar aan het lijntje. Peter’s moeder probeert hem te bezoeken, maar krijgt haar kind niet te zien. Als de tante vertelt dat ze hem voor een operatie naar Duitsland heeft gestuurd, gaat de moeder naar de politie. Haar kind mag zonder haar toestemming Oeganda immers niet uit. Bij haar ondervraging geeft de tante toe dat ze haar kind voor adoptie heeft afgestaan. Waarschijnlijk heeft ze hem verkocht. Hij woont in Jinja, in het oosten van Oeganda. Peter’s moeder krijgt van de politie het advies de adoptie aan te vechten. Maar ze heeft geen geld voor een advocaat. Gelukkig krijgt ze juridische bijstand via het project van FIDA-Uganda. De rechtszaak is maandenlang voorpaginanieuws in Oeganda. Peter’s moeder wordt in het gelijk gesteld: de jongen had nooit mogen worden afgestaan zonder toestemming van de nog levende ouder. De adoptie wordt onmiddellijk ongedaan gemaakt. De nu zevenjarige Peter is eindelijk weer thuis.