GroenLinks wil daadkracht kabinet in strijd tegen kindersekstoerisme (incl Parliamentary Question)

28 June 2012


GroenLinks wil daadkracht kabinet in strijd tegen kindersekstoerisme


GroenLinks Tweede Kamerlid Tofik Dibi stelt vragen aan de
ministers van Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over de aanpak
van kindersekstoerisme. Onderzoek van OneWorld Magazine laat zien dat
Nederlandse verdachten van kindersekstoerisme in Ghana weinig in de weg wordt
gelegd.


 


 


Dibi: "Al jarenlang belooft het kabinet alles op alles te zetten om
Nederlandse verdachten van kindersekstoerisme op te sporen en te vervolgen. Uit
dit artikel blijkt echter dat de Nederlandse strafrechtspleging er niet echt
bovenop zit."











 


GroenLinks wil dat dit kabinet maatregelen neemt om kindersekstoerisme
daadwerkelijk te bestrijden. "Verdachten mogen de dans niet ontspringen.
Nederland moet het verloop van strafprocedures tegen vermeende
kindersekstoeristen in landen zoals Ghana beter monitoren. Als blijkt dat
verdachten de


dans lijken te ontspringen moet Nederland desnoods zelf de strafvervolging
overnemen. Juridisch bestaat daarvoor alle ruimte," zo stelt Tofik Dibi.











 


Schriftelijke vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de ministers van
Veiligheid en Justitie en van Buitenlandse Zaken over de aanpak van
kindersekstoerisme


 


1. Kent u het bericht dat Ghana een ideaal jachtgebied is voor Nederlandse
kindersekstoeristen?


 


2. Zet de in 2006 gesignaleerde tendens door dat kindersekstoerisme zich
lijkt te verschuiven van Azie naar Afrika en Latijns Amerika?


 


3. Hoe geeft u in algemene zin vorm aan het voorkomen en bestrijden van
kindersekstoerisme? Hoeveel strafzaken zijn er sinds uw aantreden tegen
vermoedelijke Nederlandse kindersekstoeristen in onderzoek genomen? En in
hoeveel gevallen heeft dat tot een strafrechtelijke veroordeling geleid?


 


4. Klopt het dat in het in het bericht genoemde voorbeeld van een Limburgse
verdachte min of meer afgezien wordt van Nederlandse opsporingsactiviteiten
omdat de Ghanese justitie de zaak in onderzoek heeft? Zo ja, was het u bekend
dat de verdachte reeds op de dag van zijn arrestatie alweer is


vrijgelaten omdat hij volgens een woordvoerster van de Ghanese zedenpolitie
een hoge borgsom had betaald, ook al is het in Ghana niet toegestaan om
verdachten van kindermisbruik op borg vrij te laten? Wat was de reden van de
vrijlating en hoe verhoudt zich deze Ghanese beslissing tot het


Nederlandse recht op strafvervolging? En klopt het dat deze verdachte ondanks
de tegen hem bestaande verdenkingen ongestoord heen-en-weer kan reizen tussen
Nederland en Ghana?


 


5. Moet met andere woorden geconcludeerd worden dat de verdenkingen tegen
deze Nederlandse verdachte zowel in Ghana, als in Nederland onuitgezocht
blijven? In hoeverre staat dit voorbeeld symbool voor de Nederlandse aanpak van
kindersekstoerisme? Laat dit voorbeeld niet eigenlijk zien dat de


Nederlandse aanpak van kindersekstoerisme daadkracht mist?


 


6. Welke maatregelen neemt u zich naast het inmiddels gelanceerde meldpunt
voor om kindersekstoerisme daadkrachtiger te voorkomen en te bestrijden?