Hoe kan ik meedoen aan het onderzoek naar afstand en adoptie tussen 1956 en 1984?

20 December 2019

How can I participate in the study of distance and adoption between 1956 and 1984?

You can participate in the distance and adoption investigation between 1956 and 1984 by contacting the distance and adoption hotline. This can be done by telephone, e-mail and mail. You can register up to and including June 2020.

Distance and adoption by pressure

According to research, many women renounced their child for adoption between 1956 and 1984 under pressure. The government wants even more clarity about the situations of the distance parents, distance children and adoptive parents. And about the role of the government. The government wants to learn from this and if necessary adjust rules and agreements on, for example, adoption. That is why a more extensive investigation is ongoing until the end of 2020.

The researchers include personal experiences of, for example, distance parents or adopted children in the study. And also material such as photos and letters.

When can I share my story and experiences?

As a parent you can participate in the distance and adoption research:

if you renounced your child for adoption between 1956 and 1984;

if you had a child between 1956 and 1984 due to sexual abuse or incest and your child was forced to give up;

if you think your child disappeared in the illegal adoption circuit between 1956 and 1984;

if your child cannot be found because there are no adoption papers.

(Adoption) children can participate in the distance and adoption research:

if you were ceded between 1956 and 1984 for, for example, adoption, even if this did not go according to the rules;

if you were given shelter between 1956 and 1984 after you were handed over for adoption, without the permission of your biological mother or father;

if you suspect that you have been illegally adopted.

You can also participate in the distance and adoption research:

if you have adopted a child from the Netherlands between 1956 and 1984;

if you are the parent of a distance mother, even if she had a (slight) mental disability or a psychiatric disorder;

if you were a distance parent's family, friend, neighbor or neighbor;

between 1956 and 1984 you gave shelter to a ceded child, without the official rules being followed;

if you know anything about illegal adoption from your area between 1956 and 1984.

You can also share your story when you were involved such as:

caregiver, nurse, nurse or doctor;

employee of a social organization, such as the Child Protection Board or Fiom;

social worker in a home for unmarried mothers or a children's home;

pastor or clergyman.

Do you have personal material such as photos, letters and diaries about distance and adoption between 1956 and 1984? You may also share this with the reporting center.

Contact details Distance and adoption registration point

The distance and adoption hotline can be reached from Tuesday to Friday from 9 am to 1 pm via number 088-1264960.

You will receive the voicemail when all the employees of the hotline are busy. If you provide your contact details, you will be called back within 4 weeks. It is best to call back yourself later.

The employees of the hotline are social workers from FIOM with knowledge about distance and adoption. They listen to your story and ask a number of questions based on a questionnaire. They also take notes of the conversation.

You can also e-mail to distancesenadoptie@minjenv.nl. The hotline will then try to contact you by telephone within 4 weeks. You will immediately receive a message if your e-mail has been received correctly.

You can also send a letter with your registration, story or documents to:

Registration point for distance and adoption

Ministry of Security and Justice

PO Box 20201

2500 EH The Hague

The Ministry of Justice and Security is responsible for the Distance and adoption point. Do you want to share your positive or negative experience with the registration point? Then you can send an email to distancesenadoptie@minjenv.nl.

How do the researchers handle my personal data?

Your personal data and your story will not be shared with others. Your name will also not appear in the final report. No personal information about you is requested from other organizations.

Does the research also answer my personal questions?

The researchers use your personal experiences for distance and adoption research between 1956 and 1984. They cannot help you with personal questions about, for example, your child's contact details.

As a distance mother you are the owner of your distance file, which contains information about the process of your distance. You can request this remote file free of charge from FIOM. Are you an adopted child and do you want to view this information? Then the distance mother must first give permission.

Dutch:

Hoe kan ik meedoen aan het onderzoek naar afstand en adoptie tussen 1956 en 1984?

U kunt meedoen met het onderzoek naar afstand en adoptie tussen 1956 en 1984 door contact op te nemen met het meldpunt afstand en adoptie. Dit kan via de telefoon, e-mail en post. U kunt u aanmelden tot en met juni 2020.

Afstand en adoptie door druk

Volgens onderzoek deden veel vrouwen tussen 1956 en 1984 onder druk afstand van hun kind voor adoptie. De overheid wil nog meer duidelijkheid over de situaties van de afstandsouders, afstandskinderen en adoptieouders. En over de rol van de overheid. De overheid wil hiervan leren en als dat nodig regels en afspraken aanpassen over bijvoorbeeld adoptie. Daarom loopt er tot eind 2020 een uitgebreider onderzoek.

De onderzoekers nemen persoonlijke ervaringen van bijvoorbeeld afstandsouders of adoptiekinderen mee in het onderzoek. En ook materiaal als foto’s en brieven.

Wanneer kan ik mijn verhaal en ervaringen delen?

U kunt als ouder meedoen met het onderzoek naar afstand en adoptie:

als u tussen 1956 en 1984 afstand deed van uw kind voor adoptie;

als u tussen 1956 en 1984 door seksueel misbruik of incest een kind heeft gekregen en uw kind (gedwongen) moest afstaan;

als u denkt dat uw kind tussen 1956 en 1984 in het illegale adoptiecircuit is verdwenen;

als uw kind onvindbaar is omdat er geen adoptiepapieren van zijn.

(Adoptie)kinderen kunnen meedoen met het onderzoek naar afstand en adoptie:

als u tussen 1956 en 1984 bent afgestaan voor bijvoorbeeld adoptie, ook als dit niet volgens de regels ging;

als u tussen 1956 en 1984 onderdak kreeg nadat u was afgestaan voor adoptie, zonder toestemming van uw biologische moeder of vader;

als u vermoedt dat u illegaal bent geadopteerd.

U kunt ook meedoen met het onderzoek naar afstand en adoptie:

als u tussen 1956 en 1984 een kind uit Nederland heeft geadopteerd;

als u ouder bent van een afstandsmoeder, ook als zij een (licht) verstandelijke beperking of een psychiatrische stoornis had;

als u familie, vriend, buurman of buurvrouw was van een afstandsouder;

als u tussen 1956 en 1984 onderdak gaf aan een afgestaan kind, zonder dat hiervoor de officiële regels zijn gevolgd;

als u iets weet over illegale adoptie uit uw omgeving tussen 1956 en 1984.

U kunt ook uw verhaal delen wanneer u betrokken was als bijvoorbeeld:

verzorger, verpleger, voedvrouw of arts;

medewerker van een maatschappelijke organisatie, zoals de Raad voor de Kinderbescherming of Fiom;

hulpverlener in een tehuis voor ongetrouwde moeders of een kindertehuis;

dominee of geestelijke.

Heeft u persoonlijk materiaal zoals foto’s, brieven en dagboeken over afstand en adoptie tussen 1956 en 1984? Deze mag u ook delen met het meldpunt.

Contactgegevens Aanmeldpunt afstand en adoptie

Het meldpunt afstand en adoptie is bereikbaar van dinsdag tot en met vrijdag van 09.00 tot 13.00 uur via nummer 088-1264960.

U krijgt de voicemail als alle medewerkers van het meldpunt in gesprek zijn. Als u uw contactgegevens inspreekt wordt u binnen 4 weken teruggebeld. U kunt het beste zelf op een later moment terugbellen.

De medewerkers van het meldpunt zijn maatschappelijk werkers van FIOM met kennis over afstand en adoptie. Zij luisteren naar uw verhaal en stellen aan de hand van een vragenlijst een aantal vragen. Ook maken zij aantekeningen van het gesprek.

U kunt ook e-mailen naar afstandenadoptie@minjenv.nl. Het meldpunt probeert dan binnen 4 weken telefonisch contact met u op te nemen. U ontvangt wel meteen een bericht als uw e-mail goed is ontvangen.

Ook kunt u een brief sturen met uw aanmelding, verhaal of documenten naar:

Aanmeldpunt afstand en adoptie

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Postbus 20201

2500 EH Den Haag

Het ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het Aanmeldpunt afstand en adoptie. Wilt u uw positieve of negatieve ervaring met het aanmeldpunt delen? Dan kunt u een e-mail sturen naar afstandenadoptie@minjenv.nl.

Hoe gaan de onderzoekers om met mijn persoonsgegevens?

Uw persoonsgegevens en uw verhaal worden niet gedeeld met anderen. Ook komt uw naam niet in het eindrapport. Er worden geen persoonlijke gegevens over u opgevraagd bij andere organisaties.

Geeft het onderzoek ook antwoord op mijn persoonlijke vragen?

De onderzoekers gebruiken uw persoonlijke ervaringen voor het onderzoek naar afstand en adoptie tussen 1956 en 1984. Zij kunnen u niet helpen bij persoonlijke vragen over bijvoorbeeld contactgegevens van uw kind.

Als afstandsmoeder bent u eigenaar van uw afstandsdossier, waar informatie instaat over het proces van uw afstand. U kunt dit afstandsdossier gratis opvragen bij FIOM. Bent u adoptiekind en wilt u deze informatie ook bekijken? Dan moet de afstandsmoeder eerst toestemming geven.

Documenten

Veelgestelde vragen over Aanmeldpunt afstand en adoptie 1956-1984

Veelgestelde vragen over het aanmeldpunt voor onderzoek naar afstand en adoptie tussen 1956-1984.

Publicatie | 26-09-2019

9