Concerns about distance research and adoption

www.trouw.nl
24 April 2020

Domestic adoptees are concerned about the ongoing adoption and distance research. The Verwey-Jonker Institute emphasizes that the researchers work strictly independently.

Petra VissersApril 24, 2020 , 6:27 PM

Some of the domestic, now adult, adoptees are concerned about the ongoing investigation into domestic distance and adoption. They doubt whether the investigation is independent and want the reporting point to remain open longer because of the corona crisis. Six of them have sent a long letter of concern to the Lower House. D66 Member of Parliament Vera Bergkamp puts parliamentary questions to responsible minister Sander Dekker (VVD, legal protection).

The research into distance and adoption should provide more clarity about the period between 1956 and 1984, when thousands of women gave up their children under pressure, and the role of the government in this.

The domestic adoptees want to know, among other things, what will happen with their statements and data after they have called the registration point and who has access to it, says Eugénie Smits van Waesberghe on behalf of the group of adoptees. “For example, have statements also been sent to the ministry? Because we don't want that. And who decides which reports are forwarded to the researchers of the Verwey-Jonker Institute? ” According to her, there are also errors in the interview reports that people have requested from the registration point.

“It often took people years to find out their own history,” says Bergkamp. “Due care is very important to them. That is why I think it is justified to ask questions about this to the ministry. This is not just any survey. This is about people in a lot of pain. ”

Independence

The Verwey-Jonker Institute emphasizes that the application point and the investigation are not one and the same. The Ministry of Justice and Security is responsible for the application point, the Verwey Jonker Institute carries out the investigation. “We receive the anonymised data from the registration point,” explains researcher Hans Bellaart. “We make a selection from this for in-depth interviews. We cannot possibly interview 650 people extensively and that is not necessary for the research. ”

Independence is the most important thing for him and his colleagues, he emphasizes. “We don't let anyone influence us. We cannot function without independence. ” People who do not feel comfortable at the application point can also report directly to the Verwey Jonker Institute.

According to the research institute, although they cannot interview everyone, it is important that people report in large numbers. This makes it possible for the researchers to make a good selection. “This allows us to speak to adult and minor mothers, fathers, children, people from different regions and different time periods,” says Bellaart.

Due to parliamentary questions, the Ministry of Justice and Security must first inform the House and only then want to respond in the newspaper.

*************************************************************************************************************************

Binnenlandse geadopteerden maken zich zorgen over het lopende onderzoek naar adoptie en afstand. Het Verwey-Jonker Instituut benadrukt dat de onderzoekers strikt onafhankelijk te werk gaan.

Petra Vissers24 april 2020, 18:27

Een deel van de binnenlandse, inmiddels volwassen, geadopteerden maakt zich zorgen over het lopende onderzoek naar binnenlandse afstand en adoptie. Ze betwijfelen of het onderzoek onafhankelijk is en willen dat het aanmeldpunt vanwege de coronacrisis langer open blijft. Zes van hen hebben een lange brief met zorgen gestuurd aan de Tweede Kamer. D66-Kamerlid Vera Bergkamp stelt Kamervragen aan verantwoordelijk minister Sander Dekker (VVD, rechtsbescherming).

Het onderzoek naar afstand en adoptie moet meer duidelijkheid geven over de periode tussen 1956 en 1984, toen duizenden vrouwen onder druk afstand deden van hun kind, en de rol van de overheid hierin.

De binnenlands geadopteerden willen onder meer weten wat er met hun verklaringen en gegevens gebeurt nadat ze het aanmeldpunt hebben gebeld en wie er toegang tot heeft, zegt Eugénie Smits van Waesberghe namens de groep geadopteerden. “Zijn er bijvoorbeeld ook verklaringen naar het ministerie gegaan? Want dat willen we niet. En wie bepaalt welke verslagen worden doorgestuurd naar de onderzoekers van het Verwey-Jonker Instituut?” Volgens haar staan er bovendien fouten in de gespreksverslagen die mensen hebben opgevraagd bij het aanmeldpunt.

“Mensen hebben er vaak jaren over gedaan om hun eigen geschiedenis te achterhalen”, zegt Bergkamp. “Voor hen is zorgvuldigheid erg belangrijk. Daarom vind ik het gerechtvaardigd hierover vragen te stellen aan het ministerie. Dit is niet zomaar een onderzoek. Dit gaat over mensen met veel pijn.”

Onafhankelijkheid

Het Verwey-Jonker Instituut benadrukt dat het aanmeldpunt en het onderzoek niet een en dezelfde zijn. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het aanmeldpunt, het Verwey Jonker Instituut voert het onderzoek uit. “Wij krijgen de geanonimiseerde gegevens van het aanmeldpunt”, legt onderzoeker Hans Bellaart uit. “Wij maken daaruit een selectie voor diepte-interviews. We kunnen onmogelijk 650 mensen uitgebreid interviewen en dat is voor het onderzoek ook niet nodig.”

Onafhankelijkheid is voor hem en zijn collega’s het allerbelangrijkste, benadrukt hij. “Wij laten ons door niemand beïnvloeden. Zonder onafhankelijkheid kunnen wij niet functioneren.” Mensen die zich niet prettig voelen bij het aanmeldpunt, mogen zich ook direct melden bij het Verwey Jonker Instituut.

Volgens het onderzoeksinstituut is het, hoewel zij niet iedereen kunnen interviewen, wel belangrijk dat mensen zich in grote getale melden. Dat maakt het voor de onderzoekers mogelijk een goede selectie te maken. “Zo kunnen we meerder- en minderjarige moeders spreken, vaders, kinderen, mensen uit verschillende regio’s en verschillende tijdsperioden”, zegt Bellaart.

Het ministerie van Justitie en Veiligheid moet vanwege de Kamervragen eerst de Kamer informeren en wil dan pas in de krant reageren.

.