Julienne Mpemba Lubadi: spilfiguur in het Congolese adoptieschandaal

2 August 2019

Julienne Mpemba Lubadi: spilfiguur in het Congolese adoptieschandaal

02/08/2019 om 03:00 door Pieter Huyberechts

Begonnen als “heldin”, maar toen rook ze geld: liet deze vrouw kinderen ontvoeren om te verkopen aan onwetende Belgische ouders?

Vermeende spilfiguur in de grootschalige adoptiefraude Julienne Mpemba (43). FOTO: ID

De Naamse Julienne Mpemba Lubadi (43) had tentakels tot in de hoogste Congolese regeringskringen en binnen de Franse Gemeenschap. Daardoor was ze jarenlang ongrijpbaar voor het gerecht. Tot bleek dat ze minstens vijf kindjes liet ontvoeren bij hun ouders en als weeskinderen verkocht aan onwetende Belgische ouders. “Ze is een op geld beluste meestermanipulator”, zeggen mensen die haar pad kruisten.

“We staan voor absolute transparantie.” Het is Julienne Mpemba Lubadi (32 toen) menens als ze in juli 2008 haar vzw Toumani boven het doopvont houdt. De juriste uit Namen, in het bezit van een Congolees en Belgisch paspoort, zegt komaf te willen maken met de vaak schimmige adopties die in Afrika georkestreerd worden. “Net omdat de traceerbaarheid van de adopties jarenlang zo flou was, hebben we Tumaini opgericht.”

Ze wordt geflankeerd door een andere juriste, Géraldine Mathieu, en een pastoor, Rufin Makoso. Voor 125 euro kan je als Belg peter of meter worden van een Congolees straatkind, legt ze uit. Mpemba heeft goede contacten in hoofdstad Kinshasa en neemt weeshuis Tumaini over, wat in het Swahili staat voor “hoop”.

Al snel begint ze ook zelf adopties naar België en de Verenigde Staten te faciliteren. In een politieverhoor vele jaren later zal ze verklaren over zeven jaar verspreid “dertig à veertig adopties” vanuit Congo te hebben geregeld. Haar tentakels reiken ver: als juriste staat ze op de payroll van de Franse Gemeenschap; ze wint het vertrouwen van adoptieagentschappen Fiac, Larisa en Sourires d’enfants en is kind aan huis bij ACC (Autorité Centrale Communautaire), dat alle adopties vanuit het buitenland voor Franstalige ouders coördineert. Ze komt ook op voor PS en krijgt in 2014 de zevende plaats op de lijst voor de Europese Parlementsverkiezingen. “Ik pleit voor een socialer Europa”, luidt haar slagzin.

Ook in Congo is ze jarenlang onaantastbaar, verklaren verschillende Belgische ouders van een door haar geregeld adoptiekind aan Het Nieuwsblad. “Het was een slecht bewaard geheim dat ze de maîtresse was van gewezen minister van Binnenlandse Zaken Evariste Boshab”, zegt S., vader van een geadopteerd meisje.

Telkens ander kind

Zijn alle ouderparen aanvankelijk lovend over haar “transparante aanpak”, wordt het al even snel schimmig. “De tweede foto die we van ons toekomstig adoptiekind kregen, leek helemaal niet op de eerste. Andere kleur van ogen, andere leeftijd. Haar laconieke antwoord? Dat Congolese kindjes nu eenmaal hard op elkaar gelijken.”

In die periode wordt ook haar vaste “fixer”, Mpeti ‘Rambo” Robia, opgepakt op zo’n zeshonderd kilometer buiten Kinshasa. Hij geeft toe dat hij drie kindjes ontvoerde en in Tumaini onderbracht, in opdracht van “een vrouw wiens naam hij niet meer weet”. In 2013 al stuurt Interpol Kinshasa waarschuwingen over de praktijken van de Naamse juriste. Zelfde alarmkreten bij kinderrechtenorganisatie Les Amis de Nelson.

LEES OOK. Belgische ouders getuigen over de pijnlijke realiteit van hun adoptiekinderen: “Moeten leven met die gedachte is ondraaglijk” (+)

27.000 euro subsidie

Als Congo in 2014 de adoptiekraan tijdelijk dichtdraait, is Mpemba in alle staten. “We hebben niets meer om de 36 weeskinderen in Tumaini in leven te houden. We keren geen loon uit en kunnen zelfs de melk niet langer betalen”, zegt ze, smekend om fondsen. Het werkt. Tussen 2013 en 2015 zullen de Belgische ouderparen maandelijks 300 à 400 euro blijven storten om alle werkingskosten in het weeshuis te dekken. “Ze manipuleerde en liet ons geen andere keus.” Een Amerikaans koppel krijgt te horen dat hun adoptiekind gestorven is, en moet opdraaien voor de begrafeniskosten. Later zou blijken dat het kind nog leeft en in België een nieuwe thuis kreeg.

Mpemba blijft al die tijd buiten schot. Meer nog: in november 2015 landen tien kindjes uit het weeshuis dan toch op Zaventem. Uit het onderzoek blijkt dat ze 161.101,47 euro opstreek als “intermediair.” Documenten bewijzen dat ze ook 27.000 euro overheidssubsidie kreeg van de Franse Gemeenschap, ondanks talloze verhalen van ontvoerde kinderen, zogezegd bij haar op “vakantiekamp”.

LEES OOK. Ouders stuurden kinderen nietsvermoedend op kamp, maar zagen hen nooit meer terug: “Zeker vijf Belgische ‘weeskinderen’ ontvoerd uit Congo” (+)

Slavendrijver

Als het Belgische gerecht, dat in mei 2017 een geheim onderzoek start, naar Kinshasa trekt blijkt Mpemba wonderwel getipt: het weeshuis is verlaten, alle kindjes en verzorgsters met de noorderzon vertrokken. Wat later wordt ze toch opgepakt en aangehouden. Ook in Congo vallen de maskers af. De huidige minister van Justitie omschrijft haar als een criminele, als iemand die opereert als slavendrijver met jonge kindjes.

Het federaal parket, bijna klaar met onderzoek, verdenkt haar nu van mensenhandel met minderjarigen, gijzeling en valsheid in geschriften. In afwachting van een strafproces, allicht in 2020, zit Mpemba thuis met een enkelband. Ze ontkent tijdens elk politieverhoor alles. Praten met de pers wou ze ook donderdag niet.